Not, denk ik. Zo lelijk als de nacht zijn ze, die fluorescerende nylon hesjes voor fietsers. Aartslelijk. Wie heeft dat uitgevonden? Ja, eronder kan je dragen wat je wil, dat is een voordeel. Een trainingspak of een hoepelrok, met zo’n hes zie je er sowieso níet uit. En oké, blijkbaar moet het vandaag allemaal veiliger en zo, maar waar eindigt dat? Bij handschoenen en knielappen en een leren vest en motorbotten? Op de fiets?
Het is niet verplicht, het moet niet, het mag, je kunt dus kiezen, hesje of niet. Maar je ziet ze hier vandaag steeds meer rondtaffelen, gedwee aan de hes, allemaal aan de fluo. Dat flappert en zwabbert alle kanten uit, dat maakt geluid. En vooral: het is uniseks. Iedereen gelijk, gelijk voor de wet van pure wanstaltigheid. Sommige van die hesdragers proppen er zelfs hun rugzak onder, die met hun gele bochel. One size fits all.
Wanneer zie we die dingen eens op de catwalk? Naad hier, plooi daar, een andere kleur, dat moet toch lukken. Maar het is ook dat sfeertje, je voelt je zonder hes zoals die rokers die naar buiten moeten, met hun sigaret in de kou. Je hoort er niet meer bij. Je bent de verbannen, onverantwoordelijke fietser. En neen bedankt, ik moet geen uniform. Laat dat maar aan de soldaten. Ik wil geen uniform van de voorbeeldige fietser, van zo een die stopt aan een rood licht, midden in de woestijn. Ik wil er niet uitzien als een lichtgevende pechvogel, naast een stomende Subaru, langs de E19. Nooit. Geen auto dus geen hes.
Tot vanochtend. Stond zij daar, mijn lief met haar mooiste glimlach, voor ons bed. Helemaal bloot, met zo’n hesje, los over haar borsten. Een cadeau, voor mijn verjaardag. Dat ik het, met de kleine en zo, misschien toch eens moest proberen.
Column 1 voor de actie ’30 dagen autovrij’, een initiatief van Vlaanderen is Milieubewust.