Chantal Pattyn: ‘Ik moét in Brussel zijn’

chantal cover

Chantal Pattyn is vandaag fulltime nethoofd van Klara, presentator van het kunstprogramma Pompidou en manager Cultuur bij de openbare omroep. Ze kan niet zonder Brussel, “maar er is nog veel werk aan de winkel.”

Na het academisch kwartiertje struint Chantal Pattyn Le Paon Royal binnen. Het cultuurboegbeeld van Vlaanderen begroet me en excuseert zich. “Ik ben aan het renoveren en de aannemers waren te laat.” Gevolgd door een overduidelijk “Wat een kutweer!”

“Ik woon al sinds 1989 in Brussel, van toen ik voor Studio Brussel werkte. Ik had een kot in Gent en een in Elsene.” Daarna huisde ze nog op drie adressen in Schaarbeek. “Nu bijna twintig jaar geleden heb ik mijn huis hier in het centrum gekocht.” Maar direct naar de orde van de dag: Of het cultuurvirus er van thuis uit was ingestampt? “Bij ons werd er niet aan cultuur gedaan. Het moet een afwijking zijn, een genetische bug : ik zat altijd met mijn neus in de boeken, ik wilde musea zien. Misschien heeft mijn passie te maken met het feit dat ik het zelf moest uitzoeken, als een soort in te vullen manco. Ik heb alles op mijn eentje moeten ontdekken. Ik ken heel veel mensen die hartstochtelijk bezig zijn met cultuur en die net als ik zo’n achtergrond hebben. Benieuwd hoe het met mijn zoon zal aflopen, die zit er helemaal in. Ongetwijfeld zegt die: ‘Mama, ik word brandweerman. ’”

“Ik woon dolgraag in Brussel, maar niet tijdens de zeven weken kerstmarkt, ze noemen dat Plaisir d’Hiver. Ik woon daar middenin, in l’Horreur d’Hiver.”

KIDCULTUUR

En zo gaan we naadloos over naar de kleinemensencultuur, want voor de gewone grote cultuur moet u tenslotte even de Agenda van Brussel Deze Week openslaan. “Dit jaar heb ik toevallig geen abonnement voor de Bronx voor hem. Hij wordt acht jaar straks, maar hij heeft zich ook al veel verveeld in het kindertheater. Hij gaat liever mee naar de grotemensendingen. Onlangs had hij zijn operapremière in de Munt: Hänsel und Gretel. Hij vroeg zich af waarom de ope- razangers in een taal zongen die hij niet begreep. En waarom Hansje een meisje was en de heks een man, vertolkt door mijn favoriete zanger Georg Nigl. Hij vond het wel fascinerend. Vanaf nu wil hij altijd mee naar de opera. Ik weet het niet – ik zie zoonlief al zitten bij Don Giovanni… Hij was ook gek op Jerôme Bell.” “Ik neem hem steevast mee naar tentoonstellingen, maar als hij het woord museum hoort, wordt hij knettergek en als we er dan toch geraken, stelt hij zich geweldig aan. Het Legermuseum daarentegen – we waren daar onlangs met een vriendje van hem – dat was dolle pret, daar kregen we ze met geen stokken buiten.” En dan laat Pattyn een eerste Brussels minpuntje vallen. (© foto Wouter Van Vaerenbergh)

Lees het volledige Knack Weekend-artikel