Cartoonist met grote C

gal cover

Gerard Alsteens, kortweg Gal, is naast uw naarstige Knack-tekenaar ook de geëngageerde cartoonist die onder andere Humo, De Morgen en de verdampte Panorama van de nodige platen voorzag. Hij kent het Brussel van toen en vandaag.

Gerard Alsteens staat me op te wachten in de open voordeur van zijn atelier aka kangoeroewoning vlak bij het station van Schaarbeek. Geboren in Oudergem en eventjes getogen in de contreien van Overijse. Vanaf zijn studietijd werd hij fulltime Brusselaar. Vorig jaar vierde hij zijn 75 lentes, maar hij weet nog niet van ophouden. “Ik hoef geen feest elk vijf jaar. Pensioen, wat is dat?”

Brussel was voor hem de totale ontvoogding. “Bij ons thuis hadden we wel cultuur, maar dat was vooral de druivencultuur, mijn ouders waren telers. Toen ik hier in Brussel aankwam om te studeren heb ik echt genoten van alles wat Brussel mij kon geven: wij gingen bijna elke dag naar het oude Filmmuseum, nu de Cinematek. Daarnaast waren er al die musea. Een fantastische tijd.”

STADSHUMUS

Hij heeft toch nog even getwijfeld en als goede Belg die baksteen in zijn maag de nodige aandacht gegeven. “Als twintiger liet ik ooit een prachtig huis in Overijse bouwen, getekend door Renaat Braem – dat is nu geklasseerd – maar ik heb er uiteindelijk nooit in gewoond. Het is wel in de familie gebleven: mijn petekind Lotte wil er in de toekomst graag intrekken. Om praktische redenen koos ik voor de stad, want ik gaf les in Sint-Lucas. Ik had er een appartement, vlak naast de school, in de Paleizenstraat, in een building van zeven etages met bijna enkel joden. Ik herinner mij dat, toen ik mijn naam daar op de bel plakte, mijn buurman me vroeg of ik ook een jood was. Galstein, had die gelezen.” Later verzeilde Alsteens in een mooi herenhuis op een paar honderd me- ter van het station van Schaarbeek. “Ik wilde vooral dicht bij het openbaar vervoer wonen.”

“Bij ons thuis hadden we wel cultuur, maar dat was vooral de druivencultuur, mijn ouders waren telers.”

Alsteens is een stadsmens, een man van steen en beton. “Ik begrijp dat wel – dat je soms eventjes natuur wil zien. Het Josaphatpark, hier vlakbij, met die prachtige vallei, dat is de Ardennen in het klein. Ik ben daar regelmatig met mijn kinderen gaan wandelen. Magritte woonde daar ook in de buurt, in de rue de Mimosas. Maar evengoed zitten wij hier in de zomer op de koer te tafelen met vrienden. Dat is geen natuur, maar je hebt er wel een nestgevoel. Na mijn studies ben ik in Brussel gebleven, ik ben nogal honkvast, ik heb de stad nodig. De stad voedt me, zoals humus doet bij een plantaardig wezen.” (© foto Wouter Van Vaerenbergh)

Lees het volledige Knack Weekend-artikel