De koning, zijn broer, zijn zuster en heel die klerezooi – u bent er misschien niet voor te vinden, maar het is wel gemakkelijk. Zo koning zijn. Een groot voordeel van het koningschap is dat je wórdt gereden. Alleen daarvoor zou ik het willen worden, koning, om me altijd te laten voeren. Ik ben dan wel een rabiate diehard fietser, ik laat me ook graag rijden. Met een chauffeur moet je bovendien niet de hele tijd letten-op-het-verkeer: ‘Wat ben je aan het doen?’ ‘Ik let op het verkeer.’ ‘O.’
Mijn chauffeurs zou ik voor geen dag kunnen missen. Die van Uber. Voor geen geld. Topjongens. En ik hoor u al komen. Dat dat niet echt koosjer en ethisch verantwoord is. En sociaaleconomisch, en dat die werklozen geen belastingen betalen en verzekeringen en Amerika en zo. Maar ze zijn wel snel, mijn Uber-boys. Dikke Mercedes, sympa mondje Nederlands, verwarmde zetels, heerlijk.
De bus? Neen, toch niet, dat is ook zo een gedoe: ticket kopen, je halte in het oog houden, knop indrukken, keihard naar de chauffeur schreeuwen d’ouvrir derrière s’il vous plaît! En dan maar hopen dat je jas niet achter die klapdeuren blijft haken. De nachtbussen in Brussel zijn de ergste – metropool van mijn voeten: er rijden er hier hoop en al twee, die je dan op een kilometer van je huis afzetten.
En al dat onheil heb je dus niet met zo’n freelancer van Uber. Dan moet er helemaal niets. Geen tickets, geen knoppen indrukken, je moet niet letten op het verkeer of je halte, niks. Alles mag. Bij Uber is de klant nog koning. En daar doen we het toch voor.
Dus als u denkt dat het koningshuis een blok aan ons Belgische been is, denk dan eens wat u zou doen, als u daar zelf zat, vastbenoemd, de koning te rijk. En dat u zich altijd zou kunnen laten rijden.
Column 3 voor de actie ’30 dagen autovrij’, een initiatief van Vlaanderen is Milieubewust.