Joost Vandecasteele: ‘Wij zijn hier fantastisch verwend’

KW10-029-SD

Auteur en performer Joost Vandecasteele is een culturele gids met een weerhaakje. En dus met een tegendraadse mening: over mooi en lelijk.

Ik ben niet de-meest-op-de-hoogte- van-de-leukste-dingen-mens wegens veel schrijven en daardoor veel binnen zitten, maar laten we het proberen”, mailt Joost Vandecasteele me op de vraag of we het eens over Brussel en al zijn cultuur kunnen hebben. Zo belanden we op een ochtend in maart aan zijn keukentafel. De mimiek, de stem, de gebaren – die verzint u er zelf bij. Een gesprek met Joost Vandecasteele is een performance op zich. De man volgde een theateropleiding. “Per ongeluk”, zegt hij, “Ik wilde film gaan studeren maar ik was niet geslaagd in het KASK in Gent. Bij het ingangsexamen in het RITS, dacht ik arrogant als ik was, bij theater binnen te raken, met het idee dat dat gemakkelijker zou zijn dan film en dat ik dan na een jaar zou overstappen naar film.” Maar ‘theater’ klopte. Het had te maken met Brussel, met die mensen, die sfeer, die docenten.

BRUSSEL MIDDEN

Joost Vandecasteele kwam aan in Brussel met de trein, in Bruxelles Midi. “Ik was een van die sukkels die in Centraal moest zijn, en toen de trein stopte in Brussel Midi, dacht ik: ‘Ah, Midi, midden, we zijn er al’. Dus ik was verdwaald vanaf de eerste dag. In het begin zat ik in Jette, in een peda, bij de verpleegsters. Mannen beneden, vrouwen boven. En een vreemde tussenverdieping… ik ben in dat eerste jaar weinig in Jette geweest. Ik heb vooral Brussel ontdekt en slaapplaatsen gezocht bij vrienden.” Joost Vandecasteele is geboren en deels getogen in Zuidwest-Vlaanderen, in Zwevegem. “Ik zit bijna op de tipping-point: dat ik even lang hier ben als in Zwevegem. Tot mijn 18de woonde ik daar en ik word dit jaar 36. Het is een bewuste keuze om hier te wonen. Maar ik kan niet officieel Brusselaar zijn, ik ben hier niet geboren. Hier zitten we trouwens in Anderlecht, net over de grens.”

“Ik zou niet kunnen zijn wie ik ben, als ik niet in Brussel zat.”

Vandecasteele : “Er heerst hier in Brussel een mentaliteit die ik niet heb en weiger te hebben: oversteken als het rood is, dubbel parkeren. Ik ben daar principieel tegen. Ja, dat kan ook met het ouderschap te maken hebben, ik heb een zoon van zes. Maar dat idee van: het is hopeloos buiten, dus wat maakt het uit als we vuil en arrogant zijn. Mijn vriendin is daar anders in, zij woont hier ongeveer twee jaar en zij parkeert dubbel, zonder problemen.”

SOEPELE SERVEUSES

Hij zegt het een paar keer. “We worden hier fantastisch verwend qua cultuur.” Het ene moment gaat het over ballerina’s, het volgende over de gentrificatie van bepaalde stadsdelen. “Ben ik nu een gentrificatie?” Vandecasteele: “Dankzij plaatsen als het Kaaitheater, de KVS en nog enkele andere plekken, is er hier een internationale toevloed van danstheater en performance. Zaken die enkel in Brussel te zien zijn, niet in Antwerpen, Gent, of Leuven, omdat Brussel in een circuit zit. Theater- en dansgroepen gaan naar Lissabon, Singapore én Brussel. Niet in het minst door de aanwezigheid van Parts en Rosas. We mogen niet onderschatten hoeveel dans hier aanwezig is. Het is verbazend hoe weinig studenten na hun studies teruggaan naar hun vaderland. En ook verbazend hoeveel er werk vinden. Parts is een keurmerk. Ik weet ook wel, de helft van de serveuses in Brusselse cafés zijn Parts-studenten – je kan dat zien aan de manier waarop ze hun plateaus bewegen. Laat dat een tip zijn: de meest gracieuze en soepele serveuses werken in Brussel. Dankzij Parts. Het zijn ook de meest arrogante. De Nicolay-mentaliteit.” (© foto Geertje De Waegeneer)

Lees het volledige Knack Weekend-artikel